Het stoute Prinsesje
Er waren eens, lang geleden, een koning en een koningin. Ze waren zielsgelukkig met hun lieve kleine dochter, het prinsesje.
Elke dag zei de koningin: “Dag mijn prinsesje, mijn dochtertje-klein. Voor eeuwig zul je mijn lieveling zijn.” En dan zei het prinsesje: “Dag koningin, mijn moedertje-fijn. Voor eeuwig zal ik jouw lieveling zijn.” Op een dag kwam de koning thuis van een lange reis. Hij had een papegaai meegebracht. “Deze vogel kan praten”, sprak de koning, maar wat ze ook probeerden, de vogel zei niets. Het prinsesje, die het wel een leuk spelletje vond, begon wel iedereen na te praten. Iedereen werd er zo wanhopig van dat ze de dokter riepen. “Dokter, ze praat alles maar na.” De dokter kon niet helpen en adviseerde het prinsesje een lange boswandeling te laten maken.
Onderweg kwam het prinsesje een oude vrouw tegen. “Dag meisje.” “Dag meisje.” Het prinsesje kon het niet laten de oude vrouw na te doen. Ze deed zelfs na hoe het kromme vrouwtje liep. “Wat ben jij een stout meisje. Je lijkt wel een papegaai!” De vrouw zwaaide met haar stok en sprak een vreemde toverspreuk uit. Flits! Het volgende moment was de prinses veranderd in een papegaai. Het oude vrouwtje was een heks. Het meisje vloog als papagaai naar het paleis terug waar iedereen al naar haar op zoek was. Natuurlijk herkende niemand het meisje nu ze veren en een snavel had. Gelukkig kon ze wel napraten, misschien kwam het dan toch nog goed…?