Hans en Grietje
Druk eerst op de rode microfoon-knop en geef eventueel toestemming voor het gebruik van de microfoon om het sprookje te starten.
Er waren eens twee kinderen, Hans en Grietje.
Ze woonden samen met hun vader en stiefmoeder in een huisje in het bos.
Het waren slechte tijden.
Op een avond hoorde Hans zijn stiefmoeder zeggen:
‘We hebben niet genoeg geld meer om eten te kopen.’
‘Morgen zullen we de kinderen in het bos achterlaten.’
Midden in de nacht sloop Hans de deur uit.
Hij vulde zijn zakken met kiezelsteentjes en ging daarna weer vlug naar bed.
Hij had een plannetje.
De volgende morgen gingen ze op pad.
Hans liet telkens een kiezelsteentje vallen en maakte zo een lang spoor.
Diep, diep in het bos stopten ze.
Vader en stiefmoeder gingen houthakken zeiden ze.
Maar ze kwamen niet meer terug.
Gelukkig hoefden Hans en Grietje het spoor van kiezelsteentjes maar te volgen om de weg naar huis terug te vinden.
Wat was hun vader blij dat ze terug waren.
Maar een paar weken later gebeurde hetzelfde.
Alleen deze keer had Hans geen kiezelsteentjes bij zich.
Nee, hij maakte een spoor van broodkruimeltjes.
Weer werden de kinderen achtergelaten in het bos.
Hans zocht het spoor van de broodkruimels.
Helaas hadden de vogeltjes alles opgegeten.
Die hele nacht dwaalden de kinderen door het bos.
In de ochtend zagen ze een bijzonder huisje tussen de bomen.
Het had een pannenkoeken-dak.
En de muren waren van pure suiker.
Hans en Grietje snoepten net een stukje van het dak toen ze een krakende stem hoorden.
‘Knibbel, knabbel, knuisje, wie knabbelt er aan mijn huisje?’
Een oud vrouwtje vroeg vriendelijk of de kinderen binnen wilden komen.
Maar eenmaal binnen bleek het oude vrouwtje een gemene heks te zijn.
Ze sloot Hans op in een hok, want ze wilde hem vetmesten en opeten.
Elke dag voelde de heks aan Hans zijn wijsvinger of hij al dik genoeg was.
Maar slimme Hans stak telkens een dun kippenbotje tussen de tralies door.
Een tijdje later vond de heks het wel meer dan genoeg.
‘Grietje steek de oven aan. Ik heb zin in een lekker hapje.’
Grietje schrok zo erg dat het haar niet lukte.
De heks duwde haar aan de kant en wilde de oven zelf aansteken.
Ze boog voorover, maar Grietje nam een aanloop en met al haar kracht duwde ze de heks de oven in.
Ze gooide het deurtje dicht. Bam! De heks zat opgesloten.
Vlug bevrijdde Grietje haar broer.
Voor ze wegvluchten namen ze een heleboel edelstenen van de heks mee.
Ze vonden de weg terug naar huis en hun vader huilde van geluk.
En ze leefden nog lang en gelukkig.
Wonderlijke Voorleessprookjes
Ben je nog niet uitgelezen? Ontdek dan de andere Wonderlijke Voorleessprookjes.
Alle sprookjes ontdekken