Roodkapje
Druk eerst op de rode microfoon-knop en geef eventueel toestemming voor het gebruik van de microfoon om het sprookje te starten.
Er was eens een meisje dat Roodkapje heette.
Op een dag was haar grootmoeder ziek. Daarom ging Roodkapje een mandje met lekkers brengen.
Ze liep zingend het bos in.
‘Ik ga naar grootmoeder koekjes brengen in het bos, in het bos.’
‘Ik ga naar grootmoeder koekjes brengen in het bos.’
Plotseling sprong er een groot harig dier voor haar voeten.
Het was een wolf!
‘Waar ga je naartoe, lief kind?’ vroeg hij met een aardige stem.
Roodkapje vertelde het hem.
De wolf had eigenlijk wel een beetje trek.
Hij bedacht een plannetje.
En hij rende via een binnendoor-weggetje snel naar grootmoeders huisje.
Daar trok hij aan de bel.
‘Wie is daar?’ vroeg grootmoeder.
‘Ik ben het, Roodkapje,’ jokte de wolf.
‘Trek maar aan het touwtje, dan gaat de deur vanzelf open!’ riep grootmoeder.
De wolf stormde de kamer in en in één hap slokte hij grootmoeder op.
Hij zette haar slaapmuts op en ging in bed liggen.
Diep onder de dekens.
Uiteindelijk kwam Roodkapje aan bij grootmoeders huisje.
Ze trok aan de bel.
‘Wie is daar?’
‘Ik ben het, Roodkapje.’
‘Trek maar aan het touwtje, dan gaat de deur vanzelf open,’ piepte de wolf.
Roodkapje vond dat haar lieve omaatje er maar raar uit zag.
Maar oma, wat heeft u toch grote oren.’
‘Dan kan ik je beter horen, mijn kind.’
‘Maar oma wat heeft u grote ogen.’
‘Dan kan ik je beter zien, mijn kind.’
‘Maar oma wat heeft u toch vreselijk grote tanden.’
‘Dan kan ik je beter opeten.’ HAP!
De wolf sprong op en verslond Roodkapje in een hap.
Hij viel onmiddellijk in slaap en begon heel hard te snurken.
Gelukkig kwam er net een jager voorbij die het gesnurk hoorde.
Hij zag meteen dat het de wolf was die in bed lag.
En aan zijn dikke buik te zien had hij die arme grootmoeder verslonden.
Voorzichtig sneed hij de buik van de slapende wolf open.
En daar kwamen Roodkapje en grootmoeder tevoorschijn.
Ze stopten grote zware stenen terug in de buik van de wolf en naaiden alles weer dicht.
Nou, je snapt wel dat de wolf zich niet lekker voelde toen hij wakker werd.
‘Wat liggen Roodkapje en haar grootmoeder toch zwaar op de maag,’ kreunde hij toen hij het bos weer inliep.
Roodkapje heeft de wolf nooit meer gezien.
En ze leefde nog lang en gelukkig.
Wonderlijke Voorleessprookjes
Ben je nog niet uitgelezen? Ontdek dan de andere Wonderlijke Voorleessprookjes.
Alle sprookjes ontdekken