Sneeuwwitje
Druk eerst op de rode microfoon-knop en geef eventueel toestemming voor het gebruik van de microfoon om het sprookje te starten.
Er was eens een beeldschoon meisje dat Sneeuwwitje heette.
Haar stiefmoeder was erg ijdel.
Elke dag vroeg ze aan haar toverspiegel:
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het hele land?’
De spiegel antwoordde dan:
‘O koningin, u bent de mooiste van het hele land.’
Maar op een gegeven moment antwoordde de spiegel:
'O koningin, heel mooi bent u, maar Sneeuwwitje is duizendmaal mooier nu.’
De koningin was zo jaloers dat ze een jager de opdracht gaf Sneeuwwitje te doden.
De jager nam haar mee het bos in, maar kreeg medelijden met Sneeuwwitje en liet haar gaan.
Urenlang liep Sneeuwwitje in het bos rond tot ze een huisje zag.
Daar woonden de zeven dwergen.
Ze waren erg vriendelijk en Sneeuwwitje mocht bij hen blijven wonen.
Terwijl de zeven dwergen aan het werk waren, hield ze het huisje schoon en zorgde ze voor het eten.
Sneeuwwitje was heel gelukkig.
Op een dag stond de gemene koningin weer voor haar toverspiegel en vroeg:
‘Spiegeltje, spiegeltje aan de wand, wie is de mooiste van het hele land?’
Haar mond viel open toen de spiegel zei:
‘O koningin, heel mooi bent u, maar prinses Sneeuwwitje over de hoge bergen bij de zeven dwergen is duizendmaal mooier nu.’
De koningin was woedend.
Ze pakte een glanzende rode appel en spoot er felgroen gif in.
Daarna verkleedde ze zich als koopvrouw en ging op weg naar het huisje van de zeven dwergen.
‘Hallo, is er iemand thuis?’ riep ze.
Sneeuwwitje deed de deur open.
Daar stond een oud vrouwtje met een mandje waarin prachtige rode appels lagen.
‘Dag, lief kind,’ zei de vrouw. ‘Wil je een appel?’
Sneeuwwitje pakte de appel beleefd aan.
Ze nam een hap en viel meteen op de grond.
‘Mwuhahah,’ lachte de gemene koningin.
‘Sneeuwwitje is dood.’
De zeven dwergen vonden haar en waren ontroostbaar.
Verdrietig legde ze Sneeuwwitje in een glazen kistje.
Ze zag er zo mooi uit, het leek wel alsof ze sliep.
Een paar dagen later kwam er een prins voorbij die Sneeuwwitje in de kist zag liggen.
En op slag verliefd op haar werd.
Hij wilde haar meenemen naar zijn kasteel.
Maar de dwergen die hem hielpen, struikelden met de kist.
Het vergiftigde stukje appel, dat al die tijd vast zat in de keel van Sneeuwwitje, schoot er zomaar uit.
Sneeuwwitje deed haar ogen meteen open.
‘Wie, wat, waar ben ik?’ vroeg ze verbaasd.
De prins en de dwergen waren dolgelukkig.
Sneeuwwitje leefde met haar prins nog lang en gelukkig.
Wonderlijke Voorleessprookjes
Ben je nog niet uitgelezen? Ontdek dan de andere Wonderlijke Voorleessprookjes.
Alle sprookjes ontdekken