De rode Schoentjes
Er was eens een erg arm meisje. Haar ouders waren overleden en het meisje bedelde blootsvoets op straat. Op een dag kreeg de vrouw van de schoenmaker medelijden met het meisje en gaf haar een paar rode schoentjes. Nu hoefde ze tenminste niet meer op blote voetjes te bedelen.
Op een koude dag stond het meisje met haar rode schoentjes op het dorpsplein toen er een koets voorbij kwam. De dame die in de koets zat, kreeg zo’n medelijden met het meisje dat ze haar meenam naar huis. Ze kreeg lekker eten, een warm bed en mocht voor altijd bij de dame blijven wonen. Het meisje danste van geluk. Ze ging zoveel van haar nieuwe leven houden dat ze niets liever deed dan dansen met haar mooie spiegelbeeld. Haar schoentjes sleten ervan. “Ga maar nieuwe schoentjes kopen”, sprak de lieve oude dame. “Maar let op! Wel nette schoentjes.” Het meisje luisterde niet. In plaats van nette schoenen voor naar school of naar de kerk kocht ze rode schoentjes om op te dansen.
Op een dag werd de lieve dame ziek. Net op de dag dat er een groot feest zou zijn in het dorp. Het meisje had zich erg verheugd te kunnen dansen. Ze wachtte tot de zieke dame sliep en sloop toen op haar rode schoentjes het huis uit. Ze danste en danste, tot de klok twaalf uur sloeg. “Oh jee… Ik moet naar huis”, dacht het meisje. “De lieve oude dame is vast nog niet beter.” Maar hoe ze ook probeerde, het lukte niet. De schoentjes kleefden aan haar voeten en dansten en dansten… Het meisje danste het hele land door. Zouden de schoentjes de weg naar huis soms niet meer weten...?