Een oude taveerne in het bos
27 juni 2023Een paar uur na de vondst van het graf van Joseph Charlatan, blijkt de volgende ochtend het kamp van Otto en Virginie Charlatan leeggeroofd. Waar is Esmeralda? Lees mee in het dagboek van Otto en Virginie.
Otto: “Vannacht vonden Virginie en ik in het bos het graf van Joseph Charlatan, een verre voorvader van Virginie. Maar iets is ons daarna vanuit het bos naar het kamp gevolgd. Een koude aanwezigheid. En die muziek! Die muziek die ons ‘s nachts de meest diepe, vreselijke nachtmerries geeft.”
Alles weg
Virginie: “Met kippenvel werden Otto en ik vanmorgen wakker. De rillingen lopen nóg steeds over ons hele lijf. En dat niet alleen. We ontdekten dat onze spullen weg waren. Onze ezel, ons voedsel. En zelfs ons orgel: Esmeralda. We zijn ons kapot geschrokken. Dit was geen werk van rovers. Ik denk dat dat iemand, of iets, Esmeralda heeft meegenomen. Ik heb het gevoel dat ze ons iets wil vertellen, dus we moeten haar vinden!”
De taveerne
Otto: “Direct na de verdwijning van Esmeralda zijn Virginie en ik naar haar op zoek gegaan in het bos. We liepen de hele dag. De zon ging onder, de kou zette in. En toen, in de avondschemer, kreeg Virginie een akelig besef.”
Virginie: “De route die wij lopen, is precies dezelfde weg als mijn voorvader Joseph Charlatan met zijn orkest had afgelegd... Decennia geleden. Waarom volgden wij in zijn voetsporen? Wat staat ons te wachten aan het eind van deze tocht? Toen zagen we in de verte iets wat leek op een oude taveerne. En dat niet alleen. Daar stond Esmeralda!”
Er is iets mis
Otto: “Virginie had gelijk, Esmeralda had ons naar deze taveerne toe geleid. We waren blij om haar weer terug te vinden. Tot we ontdekten dat er dingen anders waren aan haar. Zo waren de juten zakken weg, die tijdens het rijden de poppen op het orgel beschermen. En dat niet alleen. Er was iets mis met Esmeralda. Iets goed mis.”
Er was iets mis met Esmeralda. Iets goed mis.”
Virginie: “Iets kwaads had Esmeralda gegrepen. Iets dat heel dit gebied nu vulde. Mijn lichaam verstijfde. Wat er gebeurde konden we nauwelijks bevatten. Esmeralda’s muziek klonk luid en ijzig. Het deed pijn aan onze oren.”
Een winkel met speciale middeltjes
Virginie: “Samen liepen we naar de oude taveerne. Ik zette de eerste stap naar binnen. Achter die vervallen deur in de gapende duisternis voelde het alsof er in iedere hoek iets verscholen zat. De vloer kraakte. De wind huilde rond het afgebrande dak. Hier besloten we voortaan te blijven. Anders sliepen we in het woud.”
Otto: “Deze taveerne is geen perfecte plek, maar het is wel ideaal voor waar wij het beste in zijn: een winkel openen, voor speciale middeltjes. Middeltjes tegen Het Onnoembare.”